Burgemeesters en raad van Groningen verklaren dat zij met de schulte Herman Helmersinc Beneke van Wildeshusen hebben ingewezen in een rente uit een huis in de Oosterstraat.

Wy, borghermestere ende raet van Groninghen, bekennen ende betughen met
dessen openen breve, dat wy met Herman Helmersinc, den schulten, hebben inghewa
ert met stadrechte Beneken van Wildeshusen an dre scilde ende een quaertier rente paymentes als in Groninghe ganc ende gave is to nemen elkes
jaers als een stadrecht is uet den steenhues, dat wandaghes tobehoerde Poppen van Rosewinkel, de Johan Hogheland Beneken vors. daerinne satte
ende lovede gued to maken vor ene summe gheldes, de hie hem nicht en betaelde by der tiit, de hem van ons ghesat was. Dat vors. steenhues is
gheleghen in der oesterzide van Oesterstraten by Berneer Solleders steenhues, dat an de nordzide leghet. Dat orkunde wy met onser stad seghel.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent drehondert neghen ende neghentich up sente Clemensdach, doe Evert Sickinc, Jan Rengers, Radinc Hornekinc
ende Ludeken Klinghe borghermestere waren onser stad .

x

x

Fonds	Oorkondenboek Groningen en Drenthe
Nr	1046
Olim	Naar het origineel in het rijksarchief te Groningen (Reg. 1399, no. 8), hoog 11, breed 19,3 cm.
Jaar	1399
Datumcode	Clemen

x

x

x

Commentaar	Aan het stuk hangt het zegel van de stad Groningen met contrazegel.

x

Materiaal	papier

x

Edities	P.J. Blok e.a., Oorkondenboek van Groningen en Drente, II (Groningen 1899), nr. 1046.