Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Frouke toe Gotlinse voor hen verklaarde verkocht en overgedragen te hebben aan Lludeken Hoerneken, den voormond, en aan de voogden van Henrick, het kind van wijlen Johan Hoerneken, een jaarlijksche rente van 36 Arnhemsche gulden, te beuren op lichtmissen uit haar heerden, met toebehooren te Leermynse, en te Schunum (?) in 't karspel Warffhuusen gelegen, en al haar overige goederen; met bepaling omtrent weder inkoop dezer rente.
Geen afbeelding beschikbaar.