Eneko, kerkheer te Leermense, Fecko, kerkheer te Holwierde, en Luder Grovynck, scheidsrechters in het geschil tussen Seyno, abt te Feldwiert, en zijn conventualen enerzijds en Roloff, kerkheer te Godlynse, Dode Allersma, hoofdeling te Godlynse, zijn zwager Dydeke, Willem Klant, hoofdelingen en de kerspellieden van Godlynse, anderzijds, over de aanspraken van het convent op een derde deel van de Godlynser uiterdijk, bepalen dat het convent slechts zoveel uiterdijks land mag bezitten als het roeden van de Godlynser dijk onderhoudt.

Keine Abbildung vorhanden