Karel van Gelre, stadhouder van Groningen, schrijft hertog Karel van Gelre inzake een supplicatie van heer Aelert, betreffende de presentatie van een pastoor te Oosterwolde.

Kairle, Hertoich van Gelre ind van Guylick ind
Greve van Zutphen.

Lieve getrouwe! Wij schicken hyer ingelacht eyne
supplicaite Heren Aelertz, denselven wij na luyde onser
presentation tot eynen Pastoirs t Oisterwolde gestelt heben
is onsen ernst beveel dat gij mit todoin onse Drosset Roe-
loff Huygings voirt Stat ind Hoiftmans aldair die
sementlicke bouren t Oesterwolde van onser wegen soe
onderricht dat hij hou vur eynen Pastoir aldair ont-
fangen kennen ind halden off bij gebreck ind wege-
ringe van den voerschreve boeren wilt gij sampt die
ongehoirsamen van Sijnssewolde van onserwegen
dairomme straffen laiten in exempell van anderen
hyr toe verlaeten wij ons oick is onse beveel dat gij
heeren Alert van ons wegen eyne cleydonge van twelff
G. gln. affspreekt ind uutricht ind ons die mit desen
ind sijne quittantie rekent ast behoirt; hyer toe
verlaeten wij ons.
gegeven in ons Stat Arnhem op den vyerden dach
van Junio, Anno 27
Charles
(onderstondt)
Ick Her Alart van Hattem lije ind bekenne
dat mij die Rentmeijster Evert van Donseler
desse twalef golden gulden boven geschreven
guetlick uuijtgericht ind betaelt hefft. Oir
conde mijns naemen ind hantteicken hier onder
gesat.
Heer Alardt van Hattem, priester.

x

x

Archief	Groninger Archieven
Fonds	Kloosterarch.
Toegangsnummer	172
Inventarisnr.	60
Regestnr.	1015*
Olim	Reg. Feith 1530.15.
Jaar	1527
Datumcode	0406

x

x

Materiaal	papier

x