Oorkondenboek van Groningen en Drente

1-250 251-500 501-750 751-1000 1001-1243 Onechte stukken Aanvullingen

Terug

Nummers 501-750

cartagonr. nr. datum regest
ogd0501 501 22 dec. 1360 Conrardus de Westhenem, officiaal van Münster als uitvoerder van de vonnissen tegen Gerardus de Veno, brengt ter kennis van de Bisschop van Utrecht en andere geestelijken, dat hij in het geschil tussen Andreas Herderinc en Gerardus de Veno over het personaatschap der Martinikerk te Groningen tegen gezegden Gerardus de ban heeft uitgesproken.
ogd0502 502 24 jan. 1361 Magister Bernardus Bustor, notarius publicus te Münster, verklaart, dat Johannes de Oye, geestelijke te Luik, namens Andreas Herderinc hem ter hand heeft gesteld het banvonnis, door Conrardus de Westenhem tegen Gerardus de Veno uitgesproken in het geschil over het personaatschap der Martinikerk te Groningen, en dat hij dit stuk te Utrecht heeft bekend gemaakt.
ogd0503 503 28 jan. 1361 Johan van Eerde, ridder, en zijn dochter verklaren een erf te Avereest aan Egbert, cureet te Westerhesselen, te hebben verkocht, terwijl Wilbert, meier te Ommen, oorkondt, dat voor hem in het gerecht de overdracht is geschied.
ogd0504 504 6 febr. 1361 Nycolaus Nerinc, notarius publicus te Utrecht, verklaart dat Gerardus de Veno bij herhaling verzet heeft aangetekend tegen de door Conradus de Westenhem genomen maatregelen tot uitvoering van de tegen hem gewezen vonnissen, in het geschil met Andreas Herderinch over het personaatschap van de Martinikerk te Groningen.
ogd0505 505 5 april 1361 Icbricht van Peize, ridder, verklaart een ruil van opbrengsten uit onroerende goederen te hebben aangegaan met het Duitsche huis te Bunne.
ogd0506 506 5 mei 1361 Johannes, bisschop van Utrecht, draagt aan Folkerus, bisschop van Ghibelet, en aan de abten van St. Paulus en Dikninge de visitatie van de Utrechtsche geestelijke gestichten op.
ogd0507 507 10 juni 1361 Reynaldus van Gelre en zijn broeder, hertog Eduardus, bevestigen de vrijheden en rechten van de burgers van Tiel en Zandwijk, in tegenwoordigheid van de heer van Coevorden.
ogd0508 508 7 juli 1361 Johan, bisschop van Utrecht, beleent Arent van Schonenvelde met enige goederen in Overijsel, in tegenwoordigheid van Reynolt van Coevorden.
ogd0509 509 9 sept. 1361 De overheden van Westergo, Oostergo, Humsterland, Hunsingo, Fivelgo het Oldambt, Reiderland, Eemsgo, Brokmerland en die van de stad Groningen hernieuwen voor de tijd van zes jaren de bepalingen, vroeger bij den Upstalboom vastgesteld, met bijvoeging van enige andere.
ogd0510 510 10 febr. 1362 De proost en het kapittel van St. Pieter te Utrecht komen overeen, dat het goed Dingstede steeds ter beschikking van de proost zal blijven, doch niet door hem vervreemd of verhuurd mag worden.
ogd0511 511 12 febr. 1362 Johannes, bisschop van Utrecht, bevestigt de overeenkomst van de proost met het kapittel van St. Pieter over het goed te Dingstede (vgl. ogd0510).
ogd0512 512 13 febr. 1362 Het Domkapittel te Utrecht machtigt Heynricus de Weyda en Ghiselbertus de Walenborch om allerlei rechten en goederen in de stad Groningen en haar gebied te verpachten.
ogd0513 513 5 mei 1362 Arnout Huus, zijn vrouw en Wibbe, weduwe van Wermoldt van Gasselle, keuren goed de stichting van een vicarie in de kerk aldaar en de door wijlen Warmoldt ten behoeve daarvan gemaakte beschikkingen.
ogd0514 514 29 mei 1362 De kremers van Groningen stellen de wetten van hun gilde vast.
ogd0515 515 22 of 23 juli 1362 Hermannus van Almelo, notarius publicus, verklaart dat Everhardus Wicboldi, burgemeester van Groningen, heeft onderhandeld met Poptatus, abt van Klaarkamp, over het beroven van enige Groningers door zijn conventualen.
ogd0516 516 15 sept. 1362 Johannes, bisschop van Utrecht, hecht zijn goedkeuring aan de stichting van een vicarie te Gasselte.
ogd0517 517 11 nov. 1362 Johannes, abtt van Dikninge, verklaart aan de Bisschop van Utrecht, dat Theodericus Rotinge de beschikking over enige jaarlijkse opbrengsten ten behoeve van een altaar in de kerk te Westerbork heeft bevestigd en deze zelfs heeft vermeerderd, en verzoekt goedkeuring van de overeenkomst, omtrent de collatie van die kerk tussen hen gesloten.
ogd0518 518 12 nov. 1362 Johannes, bisschop van Utrecht, hecht zijn goedkeuring aan de stichting en begiftiging van een altaar in de kerk te Westerbork en de benoeming van de priester Fredericus Elbinge tot bedienaar daarvan door Theodericus Rotinge.
ogd0519 519 19 nov. 1362 De Paus draagt de Deken van de kerk van Utrecht op voor Otto Johannis van Norg, geestelijke in het bisdom Utrecht, een beneficie van het kapittel van St. Marie te Utrecht beschikbaar te houden.
ogd0520 520 6 febr. 1363 De Paus schrijft aan Geraldus de Veno, dat hij een prebende in de kerk van St. Marie te Utrecht voor hem beschikbaar houdt, mits hij afstand doet van zijn aanspraken op het personaatschap van de Martinikerk te Groningen.
ogd0521 521 21 febr. 1363 De Raad van Groningen verklaart, dat de gardiaan van het klooster der Minderbroeders aan Heyne Stillemaker heeft verkockt en overgedragen een erf, gelegen aan de westzijde van de buurt Jate.
ogd0522 522 28 april 1363 De Paus draagt de abten van Dikninge, St. Agricolus te Avignon en St. Mauricius te Münster op aan Baldewinus van Dalen een prebende in de Utrechtse kerk te bezorgen.
ogd0523 523 9 juni 1363 Eduard, hertog van Gelre, graaf van Zutphen, verklaart in tegenwoordigheid van Reynout, heer van Coevorden, met Jan van Meurs, drost van Gelre, te hebben afgerekend.
ogd0524 524 16 okt. 1363 Johan van den Cloester en Johan van der Ese stellen tussen de drie zoons van Volkier van Echten met hun toestemming de scheiding van de nalatenschap van hun vader vast.
ogd0525 525 31 okt. 1363 Johannes, heer van Ruinen, ridder, verklaart met toestemming van zijn vrouw en dochter in het voordeel van het klooster te Dikninge afstand te hebben gedaan van enige rechten op personen en goederen te Ruinen.
ogd0526 526 31 okt. 1363 Johannes, abt van Dikninge, verklaart voor zich en voor het klooster van alle aanspraken op Johannes, heer van Ruinen, af te zien.
ogd0527 527 1364. De burgemeesters van Groningen doen uitspraak in het geschil tussen het klooster van Aduard aan de ene en de ingezetenen van Osterwolt en Go en die van de Acht Zijlvesten aan de andere zijde betreffende verschillende waterstaatsbelangen.
ogd0528 528 9 maart 1361 Johan Sloet en zijn vrouw verklaren met Roelf van Echten een overeenkomst van ruil te hebben aangegaan over een jaarlijkse opbrengst uit onroerend goed.
ogd0529 529 29 sept. 1364 Johan heer van Ruinen, zijn vrouw en dochter verklaren van het klooster te Dikninge vierhonderd Brugsche schilden te hebben ontvangen.
ogd0530 530 18 jan. 1365 De paus stelt Andreas Herderinch aan tot kanunnik van de Utrechtse kerk met een prebende, die hij heeht geruild met een dergelijke aanstelling in het bisdom Münster en Keulen, onder voorwaarde, dat hij er afstand van doet, als hij zijn rechten op het personaatschap van de Martinikerk te Groningen kan handhaven.
ogd0531 531 18 jan. 1365 De Paus draagt aan enige geestelijken op Andreas Herderinch in het bezit stellen van de in het vorige stuk genoemde waardigheden.
ogd0532 532 8 febr. 1365 Johan Sloet, zijn vrouw Jutte, Volkier, Yde en Beerte, hun kinderen, verklaren te hebben verkocht aan het klooster te Dikninge een jaarlijkse opbrengst over Hermans goed van de Hofstad onder Yhorst.
ogd0533 533 10 febr. 1365 Jacob Wynekensz. Putepans, schout te Hasselt, verklaart, dat voor Tydeman Tydensz., zijn gezworen rechter, Johan Sloet met zijn vrouw en kinderen aan het klooster Dikninge de in ogd0532 vermelde jaarlijkse opbrengst hebben over gedragen.
ogd0534 534 21 febr. 1365 Aelf van Zelewert en zijn vrouw verklaren onroerend goed te Noord-Sleen te hebben verkocht en overgedragen aan Hendrik Ridderinge.
ogd0535 535 16 maart 1365 Burgemeesters en raad van Groningen doen uitspraak in het geschil over een uitwatering tussen vrouw Menolde convent en vrouw Sywen convent.
ogd0536 536 6 mei 1365 Deken en kapittel van de Dom te Utrecht geven onder zekere voorwaarden de helft van de Postingetienden bij Helpman in erfpacht aan Wennekina Hughinc en haar dochter.
ogd0537 537 6 mei 1365 Overheden en ingezetenen van Groningen, Wold en Go, de Acht Zijlvesten en Fivelgo sluiten een overeenkomst betreffende het maken van een waterlossing, de Mude genaamd, tussen Harssens en Mude.
ogd0538 538 19 mei 1365 Johan van Viernenborch, bisschop van Utrecht, geeft een landbrief aan Twente.
ogd0539 539 3 juli 1365 Hermannus van Almelo, notarius publicus, verklaart, dat Wenekina Hughinc voor zich en haar dochter Hilleka aan Meynoldus Wesseli een machtiging heeft gegeven de helft der Postinghetienden bij Helpman voor haar in erfpacht te nemen, onder verplichting tot nakoming van de daaraan verbonden voorwaarden.
ogd0540 540 16 juli 1365 De raad van Groningen verklaart, dat Gertrudis, weduwe van Otto Reijmoldi, heeft verpacht aan de rector Gherardus een heem in de Hardewikerstraat.
ogd0541 541 3 aug. 1365 Albrecht, graaf van Holland, bevestigt de privilegiën, door Jan, graaf van Holland, aan Groningen geschonken.
ogd0542 542 8 okt. 1365 De officiaal van Utrecht oorkondt, dat Meynoldus Wesseli als gemachtigde van de weduwe Wennekina Hughinc en haar dochter voor hem heeft verklaard, dat zij de voor haar uit de verpachting van de helft der Postinghetienden bij Helpman voortvloeiende verplichtingen op zich nernen.
ogd0543 543 7 april 1366 Ingezetenen van Humsterland sluiten met de stad Groningen een verbond tot onderlinge bijstand en verdediging.
ogd0544 544 1 juli 1366 Paus Urbanus gelast de abt van Ruinen te zorgen, dat het Heilige Geestgasthuis te Groningen weer in het bezit wordt gesteld van ontvreemde goederen.
ogd0545 545 4 okt. 1366 Paus Urbanus draagt de abt van Wittewierum een nader onderzoek en getuigenverhoor op in het geschil tussen de weduwe van Syneko Walekama en Peya Elkama.
ogd0546 546 11 nov. 1366 De raad van Groningen verklaart, dat Hilleka Lissinghe haar goederen te Dilgt heeft verkocht en overgedragen aan Bayco Emecinch.
ogd0547 547 na 1366 Lijst van inkomsten van het Domkapitiel te Münster uit zijn bezittingen in Friesland.
ogd0548 548 25 april 1367 Ude Gherdessone Hoptaets verklaart te hebben verkocht en overgedragen aan het klooster te Dikninge het goed Nysinghe te Halen benevens een jaarlijkse opbrengst uit het goed Oestebringhe aldaar.
ogd0549 549 25 april 1367 Henric en Rolof Pollemans beloven vrijwaring van het bij ogd0548 door Ude Gherdessone Hoptaets aan het klooster te Dikninge overgedragene.
ogd0550 550 3 mei 1367 De raad van Groningen verklaart, dat Udo Hopes zijn huis met toebehooren heeft verkocht en overgedragen aan de schulte Henricus de Ponte, bezwaard met zekere lasten.
ogd0551 551 21 juni 1367 Hessel Mulert geeft wegens een ontvangen geldsom kwijting aan Roelf van Echten.
ogd0552 552 6 jan. 1368 Marcelius van Zuidlaren, deken van Drenthe, geeft met enige anderen een vidimus van de oorkonde ogd0499 van 16 November 1360.
ogd0553 553 29 maart 1368 Johannes van Viernenborch, bisschop van Utrecht, bekrachtigt de privilegiën door zijn voorgangers aan Groningen met Go en Wolt verleend.
ogd0554 554 9 aug. 1368 Egbrecht van Echten en zijn kinderen verklaren aan het klooster te Dikninge te hebben verkocht een jaarlijkse opbrengst uit goed te Yhorst gelegen.
ogd0555 555 18 aug. 1368 Proost, deken en kapittel van St. Pieter te Utrecht geven aan Dideric Borcgherdes met vrouw en kinderen het goed Enekinge bij Meppel in gebruik op dezelfde voorwaarden als andere horige lieden daar goederen van hen in pacht hebben.
ogd0556 556 18 aug. 1368 Egbrecht, pastoor te Havelte en Beernt pastoor te Dwingeloo verklaren, dat Dyderic Borcgherdes het goed Enekinghe bij Meppel in gebruik heeft genomen op de in de ingelaste brief ogd0555 gestelde voorwaarden.
ogd0557 557 23 aug. 1368 Jacob Wynekenszoon, schulte te Hasselt, verklaart, dat Egbrecht van Echten en zijn kinderen aan het klooster te Dikninge hebben overgedragen een jaarlijkse opbrengst uit Hermansgoed ter Hofstede onder Yhorst.
ogd0558 558 13 sept. 1368 Marcelius van Zuidlaren doet als deken van Drenthe uitspraak in een geschil over het onderhoud van de kerk te Ruinen tussen de heer en de kerspellieden van Ruinen en het klooster te Dikninge.
ogd0559 559 8 okt. 1368 Baldewinus de Claustro verklaart, dat zijn vrouw met zijn toestemming aan het klooster Dikninge heeft vermaakt een jaarlijkse opbrengst uit het goed de Esphorst in het kerspel Yhorst.
ogd0560 560 1 nov. 1368 Eduard, hertog van Gelre, verklaart voor zijn huwelijk met Catharina, oudste dochter van Albrecht, hertog van Beieren, zekere voorwaarden te hebben aangenomen, voor welker nakoming onderscheidene personen, onder wie Reynoud, heer van Coevorden, zich aansprakelijk stellen.
ogd0561 561 1 nov. 1368 Eduard, hertog van Gelre, waarborgt bij kinderloos overlijden van hem of zijn echtgenote de teruggave van de huwelijksgift, terwijl voor de nakoming onderscheidene personen, onder wie Reynoud, heer van Coevorden, zich bij leisting hebben verbonden.
ogd0562 562 30 nov. 1368 Reynaldus en Baldewinus de Claustro geven uitvoering aan de schenking van een jaarlijkse rente aan het klooster te Dikninge, door hun broeder Stephanus bij uiterste wil bepaald.
ogd0563 563 19 febr. 1369 De raad van Groningen met de schulle Hinricus de Ponte wijzen Johannes Teden in in het bezit van een rente uit een huis in de Oosterstraat te Groningen.
ogd0564 564 7 mei 1369 De raad van Groningen met de schulte Hinricus de Ponte wijen Fredericus Kote in het bezit van enige erven bij Helpen.
ogd0565 565 25 mei 1369 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat de monniken van Selwerd zich ontslagen mogen houden van dijkwerken aan een door de stad van hen gekocht erf.
ogd0566 566 2 juni 1369 De raad van Groningen geeft een verklaring omtrent het zegelen van een oorkonde van 1364 (ogd0527) door de rechters van Fivelgo.
ogd0567 567 1 okt. 1369 Bernt Heyhinch, 'ghezwaren ambochtman' van de Bisschop van Utrecht, verklaart voortaan diens pacht uit Zierverlinghe goed te Loon te zullen heffen.
ogd0568 568 26 nov. 1369 Deken en kapitiel van de kerk te Steenwijk beptalen, dat de kerk van Beilen jaarlijks tien lood zilver zal opbrengen in plaats van de tot dusver geleverde valk.
ogd0569 569 26 nov. 1369 Het klooster van Dikninge neemt op zich in plaats van de valk, door de kerk te Beilen verschuldigd, een vaste jaarlijkse som aan deken en kapittel van de kerk te Steenwijk te zullen betalen.
ogd0570 570 30 nov. 1369 De rijksraad van Denemarken sluit namens koning Waldemar een vrede met de Hanzesteden, waaronder ook Groningen wordt genoemd.
ogd0571 571 1370. De rechters van de drie Delfzijlen verklaren de kerspelen Middelbert en Engelbert in hun zijlvest op te nemen.
ogd0572 572 1370. Evert van Assouwen, priester en vicaris van de kerk te Deventer, draagt aan het klooster Ter Hunnepe onroerend goed over en geeft kwijting voor de koopprijs, terwijl Reynolt, heer van Coevorden, de oorkonde bezegelt.
ogd0573 573 15 jan. 1370 Henricus, perpetuus vicarius in Dwingeloo en bisschoppelijk commissaris, doet uitspraak in een geschil tussen de kloosters Dikninge en Assen over het recht van herberg in een hoeve te Halen.
ogd0574 574 11 maart 1370 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Lutbert van Zien en zijn vrouw van Otto Pollemans en Hinrik Everdeszoon twee erven in de Haddingestraat 'to brantsparinghe' hebben gehuurd.
ogd0575 575 20 mei 1370 Henric van Echten verklaart aan Godekin ten Sconevelde te hebben verkocht de tienden over Schooneveld en ze over te dragen.
ogd0576 576 24 mei 1370 De rijksraad van Denemarken sluit namens koning Waldemar vrede met de Hanzesteden, waaronder ook Groningen.
ogd0577 577 24 mei 1370 De rijksraad van Denemarken geeft namens koning Waldemar aan de Hanzesteden, waaronder ook Groningen, enige waarborgen voor de naleving van het vredesverdrag.
ogd0578 578 24 mei 1370 Cord Molteke verklaart, dat hij het slot Wartberg in Halland voor de Hanzesteden, waaronder ook Groningen, zal openhouden tot waarborg van de gesloten vrede.
ogd0579 579 24 mei 1370 De Hanzesteden, waaronder ook Groningen, beloven de bezegeling van de oorkonden betreffende de vrede, door haar met de rijksraad van Denemarken gesloten.
ogd0580 580 24 mei 1370 De Hanzesteden, waaronder ook Groningen, beloven koning Waldemar van Denemarken en de zijnen veilig geleide, zodra hij de door de rijksraad tussen hem en de steden gesloten verdragen zal bezegeld hebben.
ogd0581 581 5 juni 1370 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Sybrant Meynckens heeft verkocht en overgedragen aan Johan van Buren en echtgenote een huis te Groningen met zijn recht op de grond.
ogd0582 582 2 juni 1370 Wenemaer van Berspijc verklaart met vrouw en dochter aan het klooster Dikninge een jaarlijkse opbrengst te hebben verkocht en over gedragen uit het goed Zuedebringhe te Ansen.
ogd0583 583 16 sept. 1370 Johan, heer van Ruinen, verklaart, dat voor hem in het gerecht Herman, heer van Kuinre, zijn vrouw Mechteld en Herman van der Ese, haar voogd, een jaarlijkse opbrengst uit goed te Haakswolde aan Peter van Blijdenstede hebben verkocht.
ogd0584 584 22 sept. 1370 De officiaal van Münstersch Friesland oorkondt, dat verschillende personen voor hem getuigden, dat Eppo Diudesma en Papo tor Borch bij stoklegging aan het Heilige Geestgasthuis te Groningen het Hoytingehuis nabij Groningen hebben overgedragen.
ogd0585 585 28 okt. 1370 Otto Polleman en Hinric Everdeszoon maken een schikking over het hun gezamenlijk behorende leengoed Nydinghe.
ogd0586 586 4 nov. 1370 Herman, heer van Kuinre, zijn vrouw, Mechteld, en Herman van der Eze verzoeken Johan, heer van Ruinen, de koopacte (ogd0583) te bezegelen, terwijl zij beloven de overdracht later te doen plaats hebben.
ogd0587 587 7 april 1371 Johan Mensinghe van Haren ruilt met Ghizelbert Scade, commandeur van Bunne, een jaarlijkse opbrengst uit een goed te Norg tegen een andere te Haren.
ogd0588 588 5 juni 1371 Reynolt van den Cloester verklaart met toestemming van vrouw en kinderen verkocht te hebben aan het klooster te Dikninge een jaarlijkse opbrengst uit onroerend goed te Blydensteden en ze over te dragen.
ogd0589 589 19 juni 1371 Reynerus, abt van Oldenklooster in de Marne, Folcardus Attinga en Odulphus Heratama stellen enige bepalingen vast voor het Schouwerzijlvest.
ogd0590 590 8 juli 1371 Johan, heer van Coevorden, Herman van Coevorden en Godevart van den Oldenhave, de twee eerste mede voor hun zoons, verklaren de heerlijkheid te Groningen en Selwerd met Wolde en Gho voor hun leven te hebben gepacht van het Domkapittel te Utrecht.
ogd0591 591 10 juli 1371 Johan en Herman van Coevorden en Godevart van den Oldehave beloven te Utrecht de verklaring te zullen afleggen, dat zij van het Domkapittel te Utrecht de heerlijkheid te Groningen en Selwerd met Wold en Gho in pacht hebben.
ogd0592 592 13 sept. 1371 Henric van Echten verklaart aan Dideric Buzen te hebben verkocht en over te dragen de halve smalle tienden over diens hofstede te Lhee.
ogd0593 593 18 okt. 1371 De abten van de kloosters van Aduard, Oldenklooster in de Marne, Rottum en Selwerd geven regels voor de waardering van bepaalde munten en omtrent enige rechten en verplichtingen, uit overeenkomsten van huur voortvloeiende.
ogd0594 594 27 okt. 1371 Koning Waldemar van Denemarken bekrachtigt het verdrag van 24 mei 1370, ogd0577, tussen de Deense rijksraad en de Hanzesteden betrekkelijk enige sterkten aan de Oostzee.
ogd0595 595 27 okt. 1371 Koning Waldemar van Denemarken bekrachtigt de vrede van 24 mei 1370, ogd0576 tussen de Deense rijksraad en de Hanzesteden.
ogd0596 596 27 okt. 1371 De Hanzesteden, waaronder Groningen, bevestigen onder het zegel van de stad Straalsund de met de Deense rijksraad gesloten vrede, onder bijvoeging van enige bepalingen.
ogd0597 597 10 dec. 1371 De rechters van Hunsingo en die van het Winsumer zijlvest stellen nieuwe bepalingen vast tot aanvulling van de bestaande, ten einde het verkeer te beveiligen.
ogd0598 598 1 jan. 1372 Herman over de Vecht verklaart, dat hij met zijn sinds overleden broeder onroerend goed bij Hardenberg aan Roeloff Stael heeft verkocht, waarvan zijn broeder reeds overdracht heeft gedaan, en herhaalt die rechtshandeling.
ogd0599 599 11 jan. 1372 Johan, heer van Coevorden, staat aan de inwoners van Coevorden een zekere uitgestrektheid van gronden af met voorbehoud van de tiendplichtigheid.
ogd0600 600 24 maart 1372 Egbert van Echten verklaart te hebben verkocht en overgedragen aan het klooster van Dikninge een jaarlijkse opbrengst uit onroerend goed te Yhorst.
ogd0601 601 27 maart 1372 Cyse Lansinghe verklaart met toestemming van Johan, heer van Ruinen, aan het klooster van Dikninge te hebben verkocht en over gedragen de 'stallinghe' over de goederen Rensinghe en Nijssinghe onder Ruinen.
ogd0602 602 6 april 1372 Hermanus Koten, notaris, maakt een oorkonde op, waarin Frederik Tutekin te Groningen bij testament over zijn goederen beschikt.
ogd0603 603 17 juni 1372 Johan, heer van Ruinen, verklaart de tienden over een akker te Pesse te hebben verkocht en over gedragen aan het klooster te Dikninge.
ogd0604 604 24 juni 1372 Godekien van den Hove verklaart te hebben verkocht en overgedragen aan het klooster van Dikninge een gedeelte van onroerende goederen te Halen.
ogd0605 605 6 aug. 1372 Jacob van der A, schulte te Vollenhove, verklaart, dat Clawes Sturinc zijn recht op zeker goed te Wanneperveen heeft overgedragen aan het klooster te Dikninge.
ogd0606 606 26 sept. 1372 Arnd van Hoern, bisschop van Utrecht, beleent Otte Polleman met het Nydingegoed.
ogd0607 607 1 nov. 1372 Scelto en zijn echtgenote Sjabbe te Walliswere verklaren aan Albertus Mentada te Middelstum een stuk land bij Mentada verkocht te hebben.
ogd0608 608 ca. 1373 Tollijst van Bremen.
ogd0609 609 14 febr. 1373 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Johan ter Venne een huis in de Haddingestraat te Groningen aan Rolf Husinghe heeft verkocht en overgedragen met zijn recht op de huisplaats.
ogd0610 610 voor 10 april 1373 De regering van Groningen neemt een besluit ten aanzien van het instellen van klachten vóór 10 april 1373.
ogd0611 611 19 juni 1373 Coep Wynekens, schulte te Hasselt, verklaart, dat Ludicke Scutte van Zwolle met vrouw en dochler een jaarlijkse opbrengst uit een goed te Nederlanchorst hebben overgedragen aan het klooster te Dikninge.
ogd0612 612 10 okt. 1373 Burgemeeslers en raad van Groningen verklaren, dat Ludekiin Sconedroch land bij de stad heeft verkocht en overgedragen aan Ludekin, de man van Ghysele Wattens.
ogd0613 613 25 okt. 1373 De schoenmakers van Groningen richten een gilde op en stellen de bepalingen daarvoor vast.
ogd0614 614 25 jan. 1374 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat heer Tyese, vicaris der Akerk te Groningen, aan de voogden van die kerk een jaarlijkse rente heeft verkocht en overgedragen.
ogd0615 615 1 febr. 1374 Marcelius van Zuidlaren, deken van Drenthe, twee der pastoors en de burgemeesters van Groningen geven een vidimus van het testament van Sweder, pastoor van Peize, van 17 September 1360, n0. 491.
ogd0616 616 3 febr. 1374 Burgemeesitrs en raad van Groningen verklaren, dat zij met de schulte Henric van der Brugghe volgens stadsrecht Rolf Hughinghe hebben ingewezen in een erfelijke rente uit een huis in de Boteringestraat.
ogd0617 617 22 febr. 1374 De raad met de wijsheid van de stad Groningen bepalen de aanvang van de gemeenschap van goederen terstond na het huwelijk.
ogd0618 618 21 maart 1374 De pastoors Aleph van Rolde en Marcelius van Zuidlaren verklaren uitspraak hebben gedaan in een geschil tussen de kloosters te Dikninge en Assen over het recht van herberg in de hof te Halen.
ogd0619 619 28 april 1374 Johan, heer van Ruinen, en vrouw verklaren aan het klooster te Dikninge te hebben verkocht en overgedragen smalle en grove tienden over Blakelinghegoed in de marke van Pesse.
ogd0620 620 27 juni 1374 Johannes van Altavilla, proost en aartsdeken van St. Marie te Utrecht, draagt Jacobus van Sleen op Nicolaus, pastoor van Zweeloo, en Albertus, koster in Emmen, te dagvaarden.
ogd0621 621 10 aug. 1374 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Heyne Klenke en Henric Lanchore als voogd een stenen huis in de Heerestraat hebben verkocht en overgedragen aan Henric Snoy onder voorbehoud van een rente.
ogd0622 622 15 aug. 1374 Ludolphus, abt van Oldenklooster in de Marne, verklaart, dat de twist van zijn klooster met de kloosters te Langen en Aland is bijgelegd.
ogd0623 623 19 aug. 1374 Peter van Blydensteden verklaart met zijn vrouw en zijn zoon aan het klooster te Dikninge te hebben verkocht en voor de heer van Ruinen over gedragen een boterpacht te Haakswolde.
ogd0624 624 4 sept. 1374 Hermannus de Almelo, openbaar notarius, geeft een transsumpt van de brief van Ludolphus, abt van Oldenklooster, van 15 Augustus 1374 (ogd0622).
ogd0625 625 6 sept. 1374 Thomas, abt van Wittewierum, en Wesselus, officiaal van de bisschop van Münster in Friesland, verklaren dat Harmannus Koten, Utrechts geestelijke, burger van Groningen, is openbaar notarius en een betrouwbaar persoon.
ogd0626 626 7 sept. 1374 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Frederic Wolf van Evarde den Greve een erf in de Gaddingestraal te Groningen in erfpacht heeft genomen.
ogd0627 627 15 okt. 1374 Johan die Tulener en zijn vrouw Armegaerd verklaren te hebben verkocht en over te dragen aan het klooster te Dikninge eene boterpacht te Haakswold.
ogd0628 628 17 dec. 1374 Werenbold, pastoor van Het Laar, en Rolof van den Lare verklaren, dat Ghysele van Echten, vrouw van Boldewijn van den Cloester, aan het klooster te Dikninge een roggepacht uit het goed Esphorst onder Yhorst heeft vermaakt.
ogd0629 629 ca. 1375 Lijst van inkomsten van het Domkapittel te Münster uit zijn bezittingen in Friesland.
ogd0630 630 13 jan. 1375 Peiia Ablama, vrouw van Mencco Bernama te Holwierde, maakt beschikkingen na de dood over haar goederen.
ogd0631 631 1 febr. 1375 De raad en de wijsheid van de stad Groningen bepalen, dat sommige oude oorkonden om alsnog van kracht te zijn op het stadhuis moeten worden ingeschreven.
ogd0632 632 15 april 1375 Johannes, abt van het klooster te Dikninge, getuigt dat Egbertus, pastoor van Ruinen, voor hem heeft verklaard enige jaarlijkse opkomsten uit het goed Nysinghe te Halen en andere te schenken tot het aanstellen van een tweede priester aldaar.
ogd0633 633 1 mei 1375 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Otte Polleman land heeft verkocht en overgedragen aan Otte Wybens.
ogd0634 634 2 juni 1375 De rechters in de Marne doen uitspraak in zake het geschil tussen Jaricus Tamimggha te Hornhuizen en Alricus Carpentator.
ogd0635 635 10 juni 1375 Johan van der Eze verklaart een zekere som schuldig te zijn aan Hendrik van Echten onder verband van leisting.
ogd0636 636 24 juni 1375 Berent Morreaens, schulte te Hasselt, verklaart het klooster te Dikninge te hebben ingewezen in de jaarlijkse opbrengst uit zeker goed te Lankhorst.
ogd0637 637 5 juli 1375 Johan van Coevorden en twee anderen verklaren onder verband van leisting en met pandingsclausule aan Otto van Bentheim, proost te Paderborn, of aan Egbert van Nordhorn een zekere som schuldig te zijn.
ogd0638 638 11 nov. 1375 Johan, heer van Ruinen, maakt enige beschikkingen ten behoeve van zijn vrouw Zweder.
ogd0639 639 11 nov. 1375 Johannes, heer van Ruinen, en echtgenote verklaren met toestemming van de abt van Dikninge en de pastoor van Ruinen enige opkomsten en goederen te schenken aan het altaar van St. Katharina in de kerk te Ruinen en verzoeken de bisschop te Utrecht deze schenking goed te keuren.
ogd0640 640 14 jan. 1376 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Alleke en Aveke, dochters van Tyesen Boser, hebben verkocht en overgedragen aan Wycbold Maurissinghe een gedeelle van een erf in de Boteringestraat.
ogd0641 641 30 april 1376 Johan, heer van Ruinen, verklaart aan Johan Vos van Steenwijk en Arnd Huijs een aantal roggepachten in Drenthe te hebben verkocht en ze over te dragen bij stoklegging.
ogd0642 642 21 mei 1376 Reynold van Coevorden beleent Lubbert Sickinge met tienden over gronden in Gelkingeland bij Groningen.
ogd0643 643 14 aug. 1376 Haquinus, koning van Zweden en Noorwegen, sluit een verbond met de Hanzesteden, waaronder waarschijnlijk Groningen, betreffende de privileges ook van de Hanze in Noorwegen.
ogd0644 644 14 aug. 1376 Olef, koning van Denemarken, bevestgit de op 24 mei 1370 door koning Waldemar met de Hanzesteden, waaronder Groningen, geslolen vrede.
ogd0645 645 16 aug. 1376 Olef, koning van Denemarken, bevestigt de verdragen, gesloten tussen de Hanzesteden waaronder Groningen, en koning Waldemar betreffende enige tollen in Denemarken.
ogd0646 646 16 aug. 1376 Olef, koning van Denemarken, bevestigt de vrede van Stralsund, gesloten met de Hanzesteden, waaronder Groningen.
ogd0647 647 1 nov. 1376 Johannes, pastoor te Uithuizen, en Eppo Menkama, redger aldaar, verklaren, dat Almarus Redama met zijn vrouw Teteka enige beschikkingen na dood heeft gemaakt over een door hem aangebrachte geldsom.
ogd0648 648 10 nov. 1376 Arnoldus van Hoorn, bisschop van Utrecht, keurt goed de stichting van het altaar van St. Katharina in de kerk te Ruinen benevens een daaraan gedane schenking.
ogd0649 649 12 maart 1377 Johannes, pastoor te Uithuizen, verklaart, dat Elleko Tadema aan Hiddo Diurdisma een sluk land 'uppa Werum' heeft verkocht.
ogd0650 650 17 maart 1377 De pastoors Rembertus en Johannes verklaren, dat Eyso Rewerdisma aan Ulfardus Tyadecama een stuk land heeft verkocht in de Hiddingedeelen.
ogd0651 651 13 mei 1377 Johan Menssing van Haren en Godicken van Echten, geheten van Haren, beloven binnen zes weken aan het klooster te Dikninge twee goederen te Halen te zullen overdragen.
ogd0652 652 15 mei 1377 Johan van Ruinen verklaart wegens schulden onroerend goed te Eelde te hebben verkocht en over gedragen aan Johan Mensyng van Haren.
ogd0653 653 21 mei 1377 Johan Menssing van Haren en Godekien van Echten, geheten van Haren, verklaren hun goederen te Halen tegen de bezittingen van het klooster van Dikninge te Schipborg te hebben geruild.
ogd0654 654 24 juni 1377 Harman van Coevorden verklaart de grove en smalle tienden te Helpman aan Ecbert Verhouwens, burger in Groningen, in pand te hebben gegeven.
ogd0655 655 4 juli 1377 Johannes, abt, prior, priores en kloosterlingen van Dikninge verklaren te hebben besloten in de kerk te Ruinen een kapellaan onder de pastoor aan te slellen.
ogd0656 656 20 juli 1377 Gheert de Stevinghe en zijn vrouw Telle verklaren onder zekere voorwaarden van het klooster Dikninge een goed te Leggelo te hebben gepacht.
ogd0657 657 29 juli 1377 Uneco, kommandeur van het klooster te Oosterwierum, verklaart, dat Aylsedis, dochter van Wiardus Herana, haar graf heeft gekozen in het klooster te Langen, aan dat klooster enig goed heeft vermaakt en aldaar ook is begraven.
ogd0658 658 9 sept. 1377 Reynold van Coevorden verbindt zich zijnerzijds tot nakoming van de verplichtingen, voortspruitende uit de verpanding van het kasteel en het ambtmanschap van Lage door Arend van Hoorn, bisschop van Utrecht.
ogd0659 659 21 jan. 1378 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren dat enige geloofwaardige personen een getuigenis hebben gegeven over een beschikking van Johan Buerleder.
ogd0660 660 24 febr. 1378 Cyzo Gudezinghe, zijn zoon Rolof en diens vrouw Lize verklaren te hebben vrijgelaten enige eigene lieden, en daarvoor een som geld te hebben ontvangen.
ogd0661 661 21 april 1378 Burgemeesters en raad van Groningen en de overheden van Hunsingo verklaren een verbond met elkander te hebben gesloten.
ogd0662 662 21 april 1378 De kloosterlingen van Aduard verklaren zich bij het verbond, in ogd0661 bedoeld, aan te sluiten met het oog op hun onderhorigen in Hunsingo.
ogd0663 663 21 april 1378 De ingezetenen van Ezinge, Feerwerd, Garnwerd, Oostum, Wierum, Fransum en Lieuwerderwolde verklaren zich bij het verbond tussen de stad Groningen en Hunsingo aan te sluiten.
ogd0664 664 16 juni 1378 De kloosterlingen van Aduard sluiten een verbond met burgemeesters en raad van Groningen.
ogd0665 665 2 juli 1378 Ludulphus Stephsma verklaart twee grazen land te hebben verkocht en overgedragen aan het Heilige Geestgasthuis te Groningen.
ogd0666 666 27 okt. 1378 De rechters en ingezetenen van Humsterland sluiten een verbond met Groningen en Hunsingo.
ogd0667 667 29 nov. 1378 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Peter van der Elborch, voogd van Abelke Redingh, heeft verkocht en over gedragen een stenen huis in de Heerestraat aan Clawes Johans zoon.
ogd0668 668 11 dec. 1378 Ondolphus Heratama en Bernerus Solle(r)der verklaren van de abdis van het klooster Ueberwasser of St. Maria te Münster tienden in de Ommelanden tegen een jaarlijkse som in gebruik te hebben ontvangen.
ogd0669 669 21 maart 1379 Hinricus, pastoor te Uithuizermeeden, verklaart, dat Ewa en Hydda Oudgirsma aan Ulfardus Thyadekama hebben verkocht een volgerechtigd goed in 'Reyndismadele'.
ogd0670 670 29 mei 1379 Tadeco Ablama te Westeremden schenkt aan Johannes Heslingha te Stedum het halve redgerrecht vallende op Gadinghaheerd.
ogd0671 671 3 juni 1379 Hermannus van Peize, deken van Drenthe, geeft een vidimus af van de oorkonden van 11 November 1375 en 10 November 1376.
ogd0672 672 30 juli 1379 Deken en kapittel van St. Pieter te Utrecht dragen hun gezworen bode Johannes Wager op de proost Rodolphus Ysenderen te dagvaarden, wegens zijn onrechtmatig beheer en het achterhouden van de uilkeringen uit de goederen in Drenthe.
ogd0673 673 19 aug. 1379 De rechters van Hunsingo en burgemeesters en raad van Groningen vellen vonnis in een geschil over het recht van erfopvolging in enig land te den Andel en Westernieland.
ogd0674 674 25 sept. 1379 Godevaert van den Hove verklaart aan het klooster te Assen te hebben verkocht een jaarlijkse opbrengst uit een goed, te Halen gelegen.
ogd0675 675 28 jan. 1380 Reynolt van den Cloestere en Margarete, zijn vrouw, schenken aan het klooster van Dikninge een jaarlijkse opbrengst uit hun goed in Broekhuizen.
ogd0676 676 8 maart 1380 Reynold van Coevorden verbindt zich tegenover Florens van Wevelichoven, bisschop van Utrecht, tot nakorning zijnerzijds van de verplichtingen, voortspruitende uit de verpanding van het kasteel en het ambtmanschap van Lage.
ogd0677 677 29 maart 1380 Florencius, bisschop van Utrecht, bevestigt de voorrechten van de stad Groningen met Go en Wold betreffende de rechtspraak en andere onderwerpen.
ogd0678 678 2 april 1380 Florencius, bisschop van Utrecht, doet als scheidsrechter uitspraak in een geschil tussen het klooster van Dikninge en Ecbertus van Echten.
ogd0679 679 28 mei 1380 Engelbert van Zalne geeft een oorvedebrief af ten behoeve van Florens, bisschop van Utrecht, en van de drie steden Deventer, Kampen en Zwolle.
ogd0680 680 28 mei 1380 Florens van Wevelichoven, bisschop van Utrecht, en de steden Deventer en Zwolle verklaren met Evert van Essen en zijn partijgenoten een verdrag te hebben gesloten, waarbij ook Reynold van Coevorden is betrokken.
ogd0681 681 29 mei 1380 Reinolt Hughinc te Groningen sluit een verbond met de rechters en gemeene meente der Acht Zijlvesten tot wederzijdse hulp.
ogd0682 682 10 aug. 1380 Florens, bisschop van Utrecht, belooft Reynold van Coevorden en anderen, die met hem de betaling van een schuld hebben toegezegd, schadeloos te houden.
ogd0683 683 18 aug. 1380 De bestuurders van Drenthe en van de stad Groningen erkennen zekere van oudsher bestaande rechten van den Bisschop van Utrecht.
ogd0684 684 3 sept. 1380 Florens, bisschop van Utrecht, verklaart, dat Arendt Huiss in leen verzocht het hem aangeerfde goed, waaronder de 'gerechte' te Ruinen, Ruinerwold en 'ter Bulinge'.
ogd0685 685 8 sept. 1380 Reynold van Coevorden procedeert tegen Engbertus van Damme.
ogd0686 686 22 okt. 1380 Willem van Gulik, hertog van Gelre en graaf van Zutphen, bevestigt Reinold, heer van Coevorden, in een jaarlijkse opbrengst van honderd schilden uit de tol te Nijmegen.
ogd0687 687 21 maart 1381 Florencius, bisschop van Utrecht, keurt goed de aanstelling van den kapellaan in de kerk te Ruinen, vervat in ogd0655 van 4 juli 1377.
ogd0688 688 27 maart 1381 Reynold van Coevorden is tegenwoordig bij een gerechtshandeling te Deventer.
ogd0689 689 28 maart 1381 Egbert van Echten is gevolmachtigde in een proces.
ogd0690 690 8 april 1381 Mello, pastoor van Garsthuizen, oorkondt, dat Sybernis Walekama heeft verklaard, dat zij ten onrechte het Walekamagoed bezit en dat zij genegen is alles terug te geven, zodra zij daartoe in staat is.
ogd0691 691 21 april 1381 Ghert Goedesing met vrouw en kinderen verklaart onroerend goed aan Witte Goswijn en diens broeder te hebben verkocht en overgedragen.
ogd0692 692 13 mei 1381 Reynolt van Coevorden is tegenwoordig in het gerecht van de Bisschop.
ogd0693 693 13 juli 1381 Enige geestelijken verklaren, dat Liudolphus, zijn vrouw Hidda en hun zonen Meyko en Mello hebben verkocht enig land met het daarbij behorend redgerrecht aan Hiddo Ubbiggama, proost te Leens.
ogd0694 694 10 aug. 1381 Vrederic van Pes en zijn kinderen verklaren een onroerend goed aan Roelf van Echten te hebben verkocht en dragen het over.
ogd0695 695 16 aug. 1381 Thidericus Bolens, proost van Humsterland, en Wernboldus Bolens verklaren in lijfpacht te hebben ontvangen van de abdis van het klooster Ueberwasser en de kanunnik Conradus van Velen, beide te Münster, smalle tienden gelegen in de proosdij van Humsterland.
ogd0696 696 16 aug. 1381 Tydericus Bolens, proost van Humsterland, verklaart, dat hij en Wernboldus Bolens in lijfpacht hebben ontvangen van de abdis van het klooster Ueberwasser en de kanunnik Conradus van Velen, beide te Münster, zekere smalle tienden, vroeger in pacht bij Hermannus Kote en echtgenote.
ogd0697 697 20 sept. 1381 Johannes Backer procedeert tegen Johan van Echten en Rolof zijn broeder.
ogd0698 698 22 sept. 1381 Reynold van Coevorden procedeert tegen Engelbertus van Damme.
ogd0699 699 tussen 26 sept. 1381 en 19 jan. 1383 Lijst der leenmannen van het Sticht.
ogd0700 700 25 nov. 1381 Johan van Raesfelde erkent het recht van de Hertog van Gelre om de goederen, welke aan zijn vrouw Roderike van Coevorden te pand stonden, in te lossen.
ogd0701 701 4 maart 1382 Reynold van Coevorden procedeert tegen de erfgenamen van Engelbert van Damme en Grubbe van Twente.
ogd0702 702 4 maart 1382 Johan van Echten is tegenwoordig in het gerecht van de Bisschop.
ogd0703 703 3 april 1382 Florentius, bisschop van Utrecht, bepaalt, dat het aantal nonnen in het klooster Dikninge de vierentwintig niet te boven mag gaan.
ogd0704 704 1 mei 1382 Het klooster van Aduard, de zijlvesten van Lieuwerderwolde en die van Peize, Roden en Foxwolde sluiten een overeenkomst over de Aduarder zijl.
ogd0705 705 5 juni 1382 Orbelia van Buren, 'juncvrouw' van Coevorden, verklaart tevens voor haar zoon Reinold in te zullen staan voor alle schade, die hunne borgen mochten lijden.
ogd0706 706 11 juni 1382 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Boyke en Gherborch bij stoklegging voor de Buren te Annen aan het Heilige Geestgasthuis te Groningen het grootste deel van hun erve en goed hebben overgedragen.
ogd0707 707 17 sept. 1382 Rolef Polleman verklaart afstand te doen van al zijn aanspraken op de abt en het convent van Selwerd betreffende een erf in Borgham.
ogd0708 708 20 sept. 1382 Egbert Haec van den Rutenberghe, schout te Vollenhove, verklaart, dat Clawes ter Wenppe, Alijt zijn vrouw en hun kinderen, Schuringheswere in het kerspel Wanneperveen aan het klooster van Dikninge hebben overgedragen.
ogd0709 709 6 nov. 1382 Reynolt, heer van Coevorden, verklaart te hebben verkocht en overgedragen aan het klooster van Assen zijn goederen te Rhee gelegen.
ogd0710 710 11 nov. 1382 De rechters en ingezetenen van Fivelgo verklaren zich aan te sluiten bij het verbond tussen Groningen en Hunsingo van 21 april 1378.
ogd0711 711 11 jan. 1383 Reynold van Coevorden procedeert tegen Godefridus van Hekeren en Elizabet van Goer.
ogd0712 712 21 jan. 1383 Volkier van Echten wordt gerechtelijk aangesproken.
ogd0713 713 29 maart 1383 Johan van Echten verklaart ten behoeve van de kerk te Ruinen een jaarlijkse opbrengst uit een goed te Pesse te hebben afgestaan en over te dragen.
ogd0714 714 4 april 1383 Hendrik en Herman Polman verklaren van de Bisschop van Utrecht enige tafelgoederen in pacht te hebben genomen.
ogd0715 715 14 april 1383 Enige geestelijken doen uitspraak in een geschil tussen Gerkesklooster enerzijds en Alteko Herywesma anderzijds over een stuk land, gelegen in Waldmana-Keppelsa.
ogd0716 716 18 juni 1383 Reynold van Coevorden procedeert tegen Henricus van Essen.
ogd0717 717 25 juni 1383 Florens, bisschop van Utrecht, verklaart aan Johan Hondenberch op zekere voorwaarden in pacht te hebben gegeven een goed, gelegen te Anderen.
ogd0718 718 25 juni 1383 Johan Hondenberch verklaart van Floris, bisschop van Utrecht, in pacht te hebben genomen een goed, gelegen te Anderen, op de voorwaarden vervat in de ingelaste brief van de Bisschop (ogd0717).
ogd0719 719 29 juni 1383 Godekiin van Echten verklaart zijn goed te Haren te hebben verkocht aan Johan van der Hansouwe.
ogd0720 720 4 juli 1383 Florens, bisschop van Utrecht, verklaart te eisen òf de teruggave van de door hem verleende bevestigtngsbrief van de vrijheden van Groningen òf de toezending van een oorkonde van erkenning van zijn rechten door de stad, en bij gebreke van beide Lubbert Sicking aansprakelijk te houden.
ogd0721 721 17 aug. 1383 Johannes Clenke wordt in het gerecht aangesproken.
ogd0722 722 30 aug. 1383 Jutte van Echten verschijnt in het gerecht.
ogd0723 723 18 dec. 1383 Ghise van Oesterewolde draagt goederen te Vollenhove aan zijn broeders over ter voldoening van zijn schuld aan Johan Clenke.
ogd0724 724 23 jan. 1384 Reynolt van Coevorden is tegenwoordig te Goor in het gerecht van de Bisschop.
ogd0725 725 5 febr. 1384 Deken en kapittel van de kerk te Steenwijk geven aan heer Egbert van Westerhesselen verlof tot het stichten van een altaar in hun kerk en tot het begiftigen daarvan.
ogd0726 726 5 febr. 1384 Egbert, pastoor te Westerhesselen, sticht in de kerk te Steenwijk een altaar ter ere van de heilige maagd Maria en begiftigt het met verschillende goederen.
ogd0727 727 22 febr. 1384 Rolf Junkeringhe verkoopt aan het Heilige Geestgasthuis te Groningen drie grazen land te Lieuwerderwolde.
ogd0728 728 24 febr. 1384 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Egbert Knasse in eeuwige huur heeft genomen van Robbekiin Swideke een hofstede aan de zuidzijde van den Carolieweg te Groningen.
ogd0729 729 24 april 1384 Gysbert, heer van Bronkhorst en Borculo, beleent Johan van Echten met enige tienden.
ogd0730 730 2 mei 1384 Reynold van Coevorden procedeert tegen Johan van Hekeren.
ogd0731 731 4 mei 1381 Egbert van Echten wordt in het gerecht aangesproken.
ogd0732 732 5 juni 1384 Aweke Widdama met zijn kinderen Sycherus en Teteke verkoopt aan Omo en Thiadeke te Ellerhuizen een huis en andere goederen bij Alderdamare.
ogd0733 733 7 aug. 1384 Ghert Gudesinghe en Agnese, zijn vrouw, verklaren aan het klooster van Dikninge een jaarlijkse opbrengst uit hun goed te Yhorst gelegen te hebben verkocht en overgedragen.
ogd0734 734 8 aug. 1384 Ghert Gudesinghe en Agnese, zijn vrouw, verklaren in te staan voor alle schade, die het klooster Dikninge mocht lijden, zo drie hun kinderen tegen de verkoop, in ogd0733 bedoeld, mochten willen opkomen.
ogd0735 735 9 aug. 1384 Reynolt van Coevorden beleent Johan Sickinge met tienden in Gelkingeland bij Groningen.
ogd0736 736 30 aug. 1384 Engelbert van Zalne en vrouw verklaren met de Bisschop van Utrecht en de drie steden van Overijsel te zijn overeengekomen, dat zij hun versterkte hofstede niet op de oude plaats aan de Vecht maar aan de overzijde zullen opbouwen en slechts met vergunning van de tegenpartij en jonker Reynolt van Coevorden.
ogd0737 737 5 nov. 1384 Florens van Wevelinchoven, bisschop van Utrecht, verklaart het voorrecht van de ingezetenen van Groningen, Go en Wolt en het gerecht van Groningen te erkennen om niet te worden gedaagd buiten Drenthe, tenzij met kennisgeving aan de burgemeesters of de schout van Groningen.
ogd0738 738 5 nov. 1384 Florens van Wevelinchoven, bisschop van Utrecht, verklaart het voorrecht van de Drenthen te erkennen om niet gedaagd te worden buiten hun gewest tenzij met kennisgeving aan de Etstoel of de ambtman van Drenthe.
ogd0739 739 21 jan. 1385 Burgemeesters en raad van Groningen verklaren, dat Johan Cuuc een jaarlijkse rente uit een stenen huis in de 'Langherstrate' heeft verkocht en overgedragen aan Wycbold Maurissing.
ogd0740 740 2 febr. 1385 Lambert ten Broke verklaart te hebben geschonken aan het klooster te Dikninge tot een prebende van zijn zuster Elsebee een vaste jaarlijkse opbrengst uit zijn vaderlijk goed te Kadoelen in het kerspel Vollenhove.
ogd0741 741 3 febr. 1385 Henric Zuere, schulte te Vollenhove, verklaart, dat Lambert ten Broke een jaarlijkse opbrengst uit zijn goed te Kadoelen bij Vollenhove aan het klooster te Dikninge heeft overgedragen.
ogd0742 742 11 april 1385 Johan Haghen en Lize, zijn vrouw, verklaren te hebben verkocht en overgedragen aan het klooster te Dikninge Radelinghegoed en Smedinghegoed te Ansen.
ogd0743 743 16 april 1385 De officiaal van Friesland draagt aan de pastoors van Hoogkerk en Leegkerk op om Nycolaus Vechters, pachter van het huis te Bunne, tot voldoening van een boterpacht te noodzaken.
ogd0744 744 4 mei 1385 Ymeko, pastoor te Ranum, verklaart een juk land te hebben verkocht aan Hayo Aldyrdisma.
ogd0745 745 11 mei 1385 Olaf, koning van Denemarken, Margaretha koningin van Noorwegen en de Deense rijksraad geven een verklaring omtrent de privileges der Hanzesteden, waaronder Groningen, en de teruggave van de verpande kastelen.
ogd0746 746 8 juni 1385 De proosten van Hummerke en Kusemer en een aantal pastoors in Langewold en Vredewold maken een overeenkomst over de waterlossing der vijf kerspelen van Langewold tussen Langewold en Vredewold.
ogd0747 747 29 juni 1385 Johan Clencke wordt in het gerecht aangesproken.
ogd0748 748 4 juli 1385 De rechters van Fivelgo-Westerambt, de zijlrechters van de Acht Zijlvesten en van de Drie Delfzijlen verklaren met elkander een verdrag te hebben gesloten tot het keren van het geweld en het onrecht door die van Drenthe en Go gepleegd.
ogd0749 749 28 sept. 1385 Henrick, pastoor te Anloo, ambtman van het kapittel van St. Pieter, verklaart als zodanig zeker goed in de marke van Meppel te hebben verpacht.
ogd0750 750 21 okt. 1385 Herman Weremboudeszoon en Grete, zijn vrouw, verklaren schuldig te zijn aan het klooster te Dikninge twintig oude gouden schilden, en een bijvoeging van een bepaling over de betaling bij hun dood.