Nadere toelichting

Nadere toelichting

bij de beschrijvingsvelden in Cartago

Hieronder vindt u een gedetailleerde toelichting van de verschillende velden die in Cartago gebruikt worden bij de beschrijving van de oorkonden. Deze toelichting is voor de gebruiker van Cartago niet van belang en dient vooral voor hen die meer willen weten over de wijze van beschrijving. In het bijzonder is deze tekst voor intern gebruik door de medewerkers van Cartago.
Tussen haakjes staat steeds achter de naam van de velden in het presentatiescherm van Cartago de naam van het veld in de xml-files zelf. Voor de gewone gebruiker zijn deze aanduidingen niet van belang. De toelichtingen zijn ingedeeld in groepen zoals die bij de presentatie op de website gegeven worden.
  1. Algemeen
  2. Bron
  3. Recto
  4. Dorso
  5. Vertaling
  6. Relatie
  7. Zegels
  8. Materiaal
  9. Literatuur
  10. Index
  11. N.B.

1. Algemeen

1.1. Nummer (id)
Een id ofwel het oorkondenummer moet bestaan uit het betreffende sigle, gevolgd door een aantal cijfers, letters en ten hoogste twee keer het teken +. Alle letters moeten in onderkast staan. Een id moet uniek zijn voor een akte. Doorgaans zullen de cijfers achter een sigle zo veel mogelijk bepaald worden door het nummer van een regest. In het geval dat een fonds beschikt over een regestenlijst, worden de akten die niet van een inventarisnummer aangeduid met de letter i, gevolgd door het inventarisnummer (b.v. assi064). Subnummers worden aangegeven door cijfers of letters aan het nummer toe te voegen (inv.nr. 870.15.1 kan bijv. worden 8701501, inv.nr. 954a wordt 954a enz.). Asterisken of plusjes worden met een + aangegeven. Meer dan twee van deze tekens worden met een cijfer weergegeven (inv.nr. 956***** wordt 956+5). Het hoogste regest- of inventarisnummers is bepalend voor het aantal cijfers en dus de mogelijke voorloopnullen die worden gebruikt, maar het minimumaantal cijfers is 3 (inv.nr. 5 wordt b.v. 005 of 0005).
1.2. Fiat (fiat)
Het veld fiat, dat niet zichtbaar is in de presentatie, wordt gebruikt om aan te geven of een oorkonde in de publiekspresentatie en in de indexen is opgenomen of niet. Is de waarde 1 dan is dat wel het geval; is de waarde 0 of ontbreekt het veld, dan is dat niet zo.
1.3. Datum (chronologie.datum)
Het veld datum geeft de datum van de oorkonde in moderne datering. De volgorde is de gebruikelijke: dag, maand en jaar. De maanden worden afgekort (jan., febr., maart, april, mei, juni, juli, aug., sept., okt., nov., dec.). Aan de datum kan nog de aanduidingen 'ca.', 'kort voor', 'kort na', 'voor' en 'na' voorafgaan en met vraagtekens kan onzekerheid worden aangegeven. Periodes worden aangegeven met een '/' ('1589/1592', '28/31 jan. 1459').
1.4. Overlevering (stadium)
Het veld overlevering geeft aan op welke wijze de oorkonde overgeleverd is. Mogelijke waarden zijn: 'Origineel', 'Afschrift', 'Vidimus', 'Editie', 'Foto', 'Fotokopie' en 'Uittreksel'. Voor een afschrift van een vidimus wordt alleen de waarde 'Afschrift' gebruikt.
1.5. Vindplaats
De aanduiding van de vindplaats in het presentatiescherm is geen apart veld van de oorkondebeschrijving. Het wordt samengesteld door concatenatie van de velden archieffonds, inventarisnummer en, indien aanwezig, het folio- of paginanummer, het subnummer, het volgnummer en het regestnummer.
1.6. Regest (regest)
In de praktijk worden de bestaande regesten uit inventarissen in Cartago voorlopig opgenomen. Van akten waarvan nog geen regest aanwezig is, wordt een nieuw, beknopt regest vervaardigd. Voor de wijze van het opstellen van een regest is een uitgebreide handleiding aanwezig.

2. Bron

Onder de knop Bron worden de velden getoond die de huidige en vroegere vindplaats van de oorkonde weergeven, alsmede de informatie over de datering.
2.1. Archief (bron.archief)
Mogelijke archiefbewaarplaatsen zijn momenteel 'G.A.' (Groninger Archieven te Groningen) en 'D.A.' (Drents Archief te Assen). Deze lijst zal uitgebreid worden met andere archiefbewaarplaatsen zodra de betreffende akten in Cartago opgenomen worden.
2.2. Fonds (bron.fonds)
Ieder archieffonds heeft een volledige naam, een verkorte aanduiding, een sigle en een toegangsnummer. Het veld Fonds geeft de verkorte aanduiding van het archieffonds waarbinnen de oorkonde tegenwoordig gevonden wordt. De volledige lijst van op te nemen archieffondsen vindt u onder de knop 'Wat komt erin?'.
2.3. Sigle (bron.sigle)
Een sigle bestaat uit drie hoofdletters, waarmee eenduidig een archieffonds wordt aangegeven. De eerste drie letters van een oorkondenummer geeft steeds dezelfde drie letters van het betreffende fonds, maar dan in kleine letters. Het sigle wordt gebruikt om te zoeken naar oorkonden in een bepaald fonds. De volledige lijst van siglen met de bijbehorende namen en toegangsnummers van de archieffondsen vindt u onder de knop 'Wat komt erin?'.
2.4. Inventarisnummer (bron.invnr)
Een inventarisnummer bestaat in principe uit een aantal cijfers. Soms is hieraan een subnummering toegevoegd. Als dit een letter of een aantal asterisken is, wordt deze achter het getal in dit veld gezet. Is het een cijfer, dan wordt het onder het veld subnummer opgenomen.
2.5. Regestnummer (bron.regnr)
Het regestnummer bestaat uit een aantal cijfers of letters. Subnummers (meestal een letter of een aantal asterisken) worden mede in dit veld opgenomen.
2.6. Folio- of paginanummer (bron.folnr)
Dit veld geeft zowel een folio- als een paginanummer weer. Het veld begint altijd met de tekst 'fol. ' of 'pag. ' en bevat dus niet, zoals de andere velden die een nummering aanduiden, alleen het betreffende nummer. Een folionummering moet altijd afgesloten worden met een 'r' of 'v'.
2.7. Nummer (bron.nr)
In dit veld wordt een subnummering opgenomen die volgens de inventaris bij dit stuk hoort. De nummers in dit veld zijn dus niet bij de verwerking ten behoeve van Cartago toegevoegd, maar dienen ook voor de ordening van de stukken bij de betreffende archiefinstelling.
2.8. Volgnummer (bron.volgnr)
In dit veld wordt een subsubnummering opgenomen die niet noodzakelijk binnen een inventaris voorkomt. De volgnummers zullen daarom doorgaans binnen de betreffende archiefinstelling niet bekend zijn.
2.9. Olim (bron.olim)
De vervallen archiefaanduidingen in dit veld worden zonder voorgeschreven volgorde weergegeven, maar de voorkeur gaat uit naar anti-chronologische volgorde, d.w.z. de voorlaatste vervallen aanduiding eerst.
2.10. Jaar (chronologie.jaar)
Dit veld geeft het jaar van de oorkonde en wordt gebruikt om oorkonden uit een bepaald jaar te vinden. Het jaartal hoeft dus niet per se in de oorkonde zelf genoemd te worden.
2.11. Deviatie (chronologie.deviatie)
Dit veld wordt gebruikt om in geval van onzekere datering een mogelijke afwijking van 'jaar' te geven. Ook dit veld is bedoeld om te zoeken. Stamt een oorkonde uit de periode 1450-1470 dan wordt als jaar '1460' gegeven en als deviatie '10'.
2.12. Datumcode (chronologie.datumcode)
De datumcode is een codering van de datering zoals die in de oorspronkelijke tekst voorkomt. Het is een hulpmiddel om een oorkonde waarvan men de datum kent op te zoeken, bij voorbeeld om een ander exemplaar of afschrift van een bepaalde oorkonde te vinden. Voor de uitgebreide beschrijving van de datumcode wordt hier verwezen naar de afzonderlijke gedetailleerde handleiding.
2.13. Datering (chronologie.datering)
Dit veld geeft de datering zoals die in de oorkonde letterlijk voorkomt, zonder de jaaraanduiding. Dit veld wordt niet consequent gevuld, maar enkel als de informatie vóór verwerking reeds digitaal aanwezig was. Voor de transcriptie worden dezelfde richtlijnen als voor de transcriptie van de tekst zelf gevolgd wordt.

3. Recto

Met de voorzijde van een akte worden alle bladzijden aangeduid die de lopende tekst van de akte bevatten. In geval van een afschrift of een akte die op een katern is weergegeven, geldt het hele katern als 'recto-' of 'voorzijde', behalve de achterkant van dat katern, dat, net als bij een oorkonde op één blad, dorso wordt genoemd.
3.1. Tekst (recto.tekst)
In dit veld wordt de bestandsnaam van de html-file gegeven waarin de transcriptie van de voorzijde van de oorkonde te vinden is. De extensie .htm wordt daarbij opgenomen. De gebruiker ziet overigens de inhoud van dit veld in principe nooit.
3.2. Schrift (recto.schrift)
Dit veld bestaat uit vrije tekst zonder vastomschreven syntax.
3.3. Taal (recto.taal)
Mogelijke gebruikte talen zijn 'Latijn', 'Oudfries', 'Middelnederduits', 'Middelnederlands', 'Frans', 'Spaans', 'Italiaans' en 'Hoogduits'. De meeste oorkonden zijn in de schrijftaal van Oost-Nederland en Noordwest-Duitsland opgesteld die we met 'Middelnederduits' aanduiden. Oorkonden uit Holland en Utrecht zijn doorgaans in het Middelnederlands geschreven. De grens tussen 'Middelnederduits' en 'Nederlands' wordt in de praktijk, min of meer willekeurig, in 1600 gelegd.
3.4. Aantekeningen (recto.aantekeningen)
De aantekeningen op de voorzijde van een akte worden hier weergegeven, waarbij de plaats van de aantekening op de oorkonde kan worden aangeduid. De oorspronkelijke regelindeling wordt aangehouden.
3.5. Afbeelding (recto.afbeelding)
Van één oorkonde kunnen verschillende afbeeldingen beslaan, b.v. van verschillende pagina's, met verschillende belichting, verschillende afdrukken, opnamen in delen of détailopnamen. Deze kunnen alle worden opgenomen.

3.5.1. Volgorde (recto.afbeelding.or)
In dit veld wordt de volgorde gegeven waarin de afbeeldingen getoond worden. Het veld bevat een getal tussen 1 en 50. Vanaf 1 moeten de afbeeldingen in een doorlopende reeks genummerd zijn (als volgordenummer 17 bestaat, moeten nummers 1-16 ook vertegenwoordigd zijn. De afbeelding met volgordenummer 1 wordt bij opening van het presentatiescherm standaard getoond.

3.5.2. Negatief (recto.afbeelding.negatief)
Dit veld bevat het nummer van het negatief waarnaar de betreffende afbeelding gedigitaliseerd is. Is een afbeelding naar het origineel gedigitaliseerd, dan is dit veld leeg.

3.5.3. Filenaam (recto.afbeelding.filenaam)
Dit veld bevat de jpeg-file met de betreffende afbeelding van de oorkonde. De naam van de file moet altijd identiek zijn aan het oorkondenummer, eventueel gevolgd door een hoeveelheid letters ('a', 'b', 'ab' enz.). De aanduiding 'r' voor 'recto' wordt niet gebruikt, maar kan bij uitzondering worden toegepast voor de afbeelding van de voorzijde van een omslag. De gebruiker ziet overigens de inhoud van dit veld in principe nooit.

3.5.4. Commentaar (recto.afbeelding.commentaar)
In dit veld kan informatie over de aard van de afbeelding ten opzichte van de andere afbeeldingen opgenomen worden, bijv. 'rechts', 'linksboven' in geval van deelopnamen, 'pag. 1', 'voorzijde omslag' in geval van een akte die meerdere pagina's beslaat, 'donkere opname', 'ultravioletopname' in geval van afwijkende belichting, 'detail' in geval van detailopname, 'in kleur' of 'in zwartwit', of 'met opengevouwen plica' in geval van een andere positie van de oorkonde.

4. Dorso

De term dorso- of achterzijde van een oorkonde wordt binnen Cartago gehanteerd voor de achterzijde van het laatste blad van een akte. Doorgaans bevat deze zijde niet de lopende tekst van een akte, maar (latere) aantekeningen, of soms zelfs een tweede akte (bijv. een kwitantie). Alleen in dit laatste geval is die akte ook afzonderlijk opgenomen in Cartago.
4.1. Aantekeningen (dorso.aantekeningen)
Dit veld bevat de tekst(en) die op de achterzijde gevonden worden. De regelindeling wordt bij de weergave aangehouden en de transcriptie geschied zo mogelijk volgens dezelfde richtlijnen als van die van de voorzijde. Problemen zullen zich voordoen als de aantekeningen van veel later datum zijn. Voor de transcriptie van twintigste-eeuwse aantekeningen kan bij voorbeeld van de richtlijnen worden afgeweken. Daar de teksten in dit veld niet meegenomen worden in de index op vrije tekst, is meer vrijheid over de wijze van transcriptie mogelijk.
4.2. Afbeelding
4.2.1. Volgorde (dorso.afbeelding.or)
De wijze van nummering is identiek aan die van de rectozijde. Een verdeling over meer pagina's is echter niet mogelijk, daar een dorsozijde per definitie één pagina bestaat.

4.2.2. Negatief (dorso.afbeelding.negatief)
Hiervoor geldt hetzelfde als voor het negatief van de rectozijde.

4.2.3. Filenaam (dorso.afbeelding.filenaam)
De filenaam van een afbeelding moet identiek zijn aan het oorkondenummer, gevolgd door een 'v' (= verso). De gebruiker ziet overigens de inhoud van dit veld in principe nooit.

4.2.4. Commentaar (dorso.afbeelding.commentaar)
vrije tekst (geen toets)

5. Vertaling

5.1. Vertaling (recto.vertaling)
Dit veld bevat de filenaam waar zich de tekst van de vertaling bevindt. De naam wordt gevormd door het oorkondenummer met toevoeging van een 'tr', gevolgd door de extensie '.htm'.

6. Relatie

6.1. Relatie (relatie)
In de praktijk ziet men dat de term transfix zowel voor een oudere als voor een latere getransfigeerde akte gebruikt wordt. Binnen Cartago wordt de term gebruikt voor de (oudere) akte(n) waardoor een latere akte bevestigd is. De latere akte heet ‘getransfigeerde akte’.
De verschillende relaties met andere oorkonden worden als volgt weergegeven. Zijn er meer relaties dat worden deze vermeld in de volgorde van de aanduidingen hieronder:
  1. Vidimus van kla0001.
    Deze akte geeft een vidimus van kla0001. Deze relatieaanduiding is facultatief; zij staat tenslotte ook al weergegeven in de transcriptie.
  2. Gevidimeerd in kla0200.
    Deze akte is opgenomen in de vidimus kla0200. Bij opvolgende vidimussen alleen de eerstvolgende vidimus noemen.
  3. Afschrift in kla0201
    Deze akte is opgenomen als afschrift in een kla0201.
  4. Bevat afschrift van kla0101.
    Deze akte bevat een afschrift van kla0101.
  5. Met transfix: kla0029.
    Met transfixen: kla0025 en kla0029.
    Met transfixen: kla0025, kla0026 en kla0029.
    Met transfix: kla0029. Getransfigeerd met kla0100.
    Jongste akte is niet de transfix, maar is gehecht aan het (oudere) transfix kla0029, die op zijn beurt weer gehecht is aan de oudere akte(n) kla0025 en kla0026. kla0295 is in dit voorbeeld een jongere getransfigeerde oorkonde.
  6. Met transfix: verloren.
    Met twee transfixen: verloren.
    Aan deze jongere akte behoort volgens de inhoud van de tekst één of meer transfix. Die is echter verloren of (momenteel) onvindbaar. Het aantal geeft een minimumaantal, omdat doorgaans niet bekend is of er oorspronkelijk meer waren.
  7. Getransfigeerd met kla0105.
    Getransfigeerd met kla0105 en kla0106.
    Getransfigeerd met kla0105, kla0106 en kla0107.
    De onderhavige, oudste akte is de transfix; Getransfigeerde akte kla0105 (en kla0106 en kla0107) is hieraan gehecht.
  8. Oorspronkelijk transfix: kla0029.
    Oorspronkelijke transfixen: kla0025 en kla0029.
    Oorspronkelijke transfixen: kla0025, kla0026 en kla0029.
    De akte is een afschrift van een getransfigeerde akte.
    Oorspronkelijk transfix: kla0029. Oorspronkelijk getransfigeerd met kla0100.
    Jongste akte was niet de transfix, maar was gehecht aan het (oudere) transfix kla0029, die op zijn beurt weer gehecht was aan de oudere akte(n) kla0025 en kla0026. kla0295 is in dit voorbeeld een afschrift van de jongere getransfigeerde oorkonde.
  9. Oorspronkelijk transfix: verloren.
    De akte is een afschrift van een getransfigeerde akte. De (tekst van de) transfix is in dit geval niet bewaardgebleven.
  10. Oorspronkelijk getransfigeerd met kla0105.
    Oorspronkelijk getransfigeerd met kla0105 en kla0106.
    Oorspronkelijk getransfigeerd met kla0105, kla0106 en kla0107.
    De onderhavige akte is een afschrift van een origineel dat een transfix was; de getransfigeerde (jongere) akte kla0105 (en kla0106 en kla0107) was hier oorspronkelijk aan gehecht.
  11. Chirograaf (bovenste helft) met kla1128bDeze akte is de bovenste helft van een chirograaf en heeft een bewaardgebleven pendant, zie: kla1128b.
  12. Chirograaf (bovenste helft). Onderste helft verloren.
    In dit geval is de onderste helft van het chirograaf niet bewaardgebleven.
  13. Op één blad met kla1034a.
    Op één blad met kla1034a en kla1034b.
    Op één blad met kla1034a, kla1034b en kla1034c.
    Deze akte bevindt zich op één vel met kla1034a, kla1034b en/of kla1034c.
  14. Afschrift van kla0008.
    Deze akte is bewijsbaar een afschrift van kla0008.
  15. Vertaling naar kla0008.
    Deze akte is een vertaling van de oorspronkelijke akte kla0008.
  16. Vertaling van kla0008.
    Deze akte is een vertaling van de akte waarvan de tekst zich ook bevindt onder kla0008.
  17. Editie naar kla0008.
    Deze editie is bewijsbaar uitgegeven naar kla0008.
  18. Editie van kla0008.
    Deze editie is uitgegeven naar kla0008 of een andere versie.
  19. Ander afschrift: kla0010.
    Deze akte is een afschrift, er is nog een ander afschrift bekend, zie kla0010. Als het origineel overgeleverd is en er bestaan andere afschriften dan hoeft dit laatste niet vermeld te worden.
  20. Afschrift: kla0011.
    Elders bevindt zich een afschrift van deze akte, zie: kla0011.
  21. Afschriften: kla0011, kla0012 en kla0013.
    Elders bevindt zich een afschrift van deze akte, zie: kla0011, kla0012 en kla0013
  22. Ook in vidimus: kla1000
    Elders bevindt zich deze akte in vidimus onder kla1000
  23. Uittreksel in kla1001
    Deze akte is als uittreksel opgenomen in akte kla1001.
  24. Ook in uittreksel: kla0053
    Van deze akte is ook een uittreksel onder kla0053.
  25. Foto van kla0500
    Deze akte is overgeleverd als foto naar het origineel kla0500.
  26. Ook in Middelnederduitse vertaling: kla0349.
    Ook in Nederlandse vertaling: kla0349a.
    Ook in Latijnse vertaling: kla0349a.
    Van deze akte bestaat ook een (contemporaine) vertaling die als afzonderlijke akte (kla0349a) is opgenomen.
  27. Zie voor de inhoud van deze akte ook: kla0439.
    Op inhoudelijke gronden is een relatie te verwachten met kla0349.

7. Zegels

7.1. Commentaar (authenticering.commentaar)
In dit veld worden algemene opmerkingen geplaatst met betrekking tot de authenticering. Als dit handtekeningen betreft ('Met handtekeningen van Johan Jansen en Claes Clasen.'), een chirograaf ('Chirograaf met de tekst A B C D.') of een notarismerk ('Met merk van notaris Johannes Johannis.') dan kan dat hier genoteerd worden. Informatie over zegels wordt onder de hieronder volgende velden gebracht.
7.2. Clausule (authenticering.clausule)
Dit veld geeft de clausule waarin de authenticering aangekondigd wordt, zoals die in de oorkonde letterlijk voorkomt. Dit veld wordt niet consequent gevuld, maar enkel als de informatie vóór verwerking reeds digitaal aanwezig was. Voor de transcriptie worden dezelfde richtlijnen als voor de transcriptie van de tekst zelf gevolgd wordt.
7.3. Zegel
7.3.1. Volgnummer (authenticering.zegel.nr)
Dit veld geeft de volgorde van de zegels waarin zij aan de oorkonde hangen. Ieder zegel heeft een oplopend nummer vanaf 1. Ook verdwenen zegels worden meegeteld. Waar dit nog niet geanalyseerd is, kunnen ook alleen de bewaardgebleven zegels genummerd worden, niet noodzakelijk in de juiste volgorde.

7.3.2. Zegelaar

7.3.2.1. Titel (authenticering.zegel.zegelaar.titel)
Dit veld bevat alle voorvoegsels die aan de voornaam voorafgaan, volgens normaliseringsstandaard die voor de indexvelden gebruikt wordt.

7.3.2.2. Voornaam (authenticering.zegel.zegelaar.voornaam)
De genormaliseerde voorna(a)m(en) van de zegelaar, volgens normaliseringsstandaard die voor de indexvelden gebruikt wordt.

7.3.2.3. Tussenvoegsel (authenticering.zegel.zegelaar.tussenvoegsel)
De genormaliseerde tussenvoegsels van de naam van de zegelaar, volgens normaliseringsstandaard die voor de indexvelden gebruikt wordt.

7.3.2.4. Achternaam (authenticering.zegel.zegelaar.achternaam
De genormaliseerde achterna(a)m(en) van de zegelaar, volgens normaliseringsstandaard die voor de indexvelden gebruikt wordt.

7.3.2.5. Achtervoegsel (authenticering.zegel.zegelaar.achtervoegsel)
De genormaliseerde achtervoegsel van de zegelaar, volgens normaliseringsstandaard die voor de indexvelden gebruikt wordt.

7.3.2.6. Functie 1 (authenticering.zegel.zegelaar.functie1)
Functie van de zegelaar.

7.3.2.7. Instelling 1 (authenticering.zegel.zegelaar.instelling1)
Instelling waaraan de zegelaar met een bepaalde functie verbonden is.

7.3.2.8. Functie 2 (authenticering.zegel.zegelaar.functie2
Functie van de zegelaar, in geval er een tweede functie vermeld wordt.

7.3.2.9. Instelling 2 (authenticering.zegel.zegelaar.instelling2
Instelling waaraan de zegelaar met een bepaalde functie verbonden is, in geval er een tweede functie vermeld wordt.

7.3.3. Toestand (authenticering.zegel.toestand)
Dit veld kan de volgende waarden bevattten: 'gaaf', 'beschadigd', 'zwaar beschadigd', 'fragment', 'restant' of 'verloren'.

7.3.4. Materiaal (authenticering.zegel.materiaal)
Dit veld kan de volgende waarden bevatten: 'was', 'lak', 'lood' of 'goud'.

7.3.5. Kleur (authenticering.zegel.kleur)
Mogelijke waarden van dit veld zijn: 'rood', 'groen', 'bruin', 'wit', 'goud', 'grijs'.

7.3.6. Zegelvorm (authenticering.zegel.zegelvorm)
Dit veld geeft de vorm van het zegel; niet van het stempel. Het kan de volgende waarden hebben: 'rond', 'spitsovaal', 'vierkant', 'achtkantig', 'zeskantig' of 'driehoekig'. Hieraan kan toegevoegd worden 'in gedraaide houten doos' als het zegel in een een doosje gevat is.

7.3.7. Afmeting (authenticering.zegel.afmeting)
Dit veld geeft de afmetingen van het zegel (niet het stempel) (eerst de hoogte, dan de breedte) in millimeters.

7.3.8. authenticering.zegel.bevestiging
Dit veld kan de volgende waarden hebben: 'sur simple queue', 'sur double queue', 'opgedrukt' of 'onder ruit'.

7.3.9. Zegelstaart (authenticering.zegel.zegelstaart)
In dit veld kan de breedte van de zegelstaart gegeven worden (in millimeters) alsmede de tekst op de zegelstaart, indien deze beschreven is.

7.3.10. Commentaar (authenticering.zegel.commentaar)
Dit veld bevat tekst in een niet nader omschreven syntax.

7.3.11. Voorzijde (authenticering.zegel.voorzijde)

7.3.11.1. Type (authenticering.zegel.voorzijde.type)
Dit veld kan de volgende waarden hebben: 'particulier zegel', 'ambtszegel', 'groot zegel', 'zegel ad causas', 'secreetzegel' of 'signeet'. De syntax luidt: 'Type: secreetzegel.'

7.3.11.2. authenticering.zegel.voorzijde.randschrift
Dit veld bevat het randschrift van het zegel in kapitalen. Onderbrekingen in het randschrift worden met een Duitse komma aangeduid, omgeven door spaties (' / '). Puntjes en asterisken worden met een ' . ' of een ' * ' aangegeven. Afkortingen worden tussen rechte haken opgelost. Voorbeeld ' * S . JOHA[N] . / CO[N]RADES'.
7.3.11.3. authenticering.zegel.voorzijde.vorm
Dit veld geeft de vorm van het zegelstempel en kan de volgende waarden hebben: 'rond', 'spitsovaal', 'vierkant', 'achtkantig', 'zeskantig' of 'driehoekig'.

7.3.11.4. authenticering.zegel.voorzijde.voorstelling
In dit veld kan een beschrijving van de voorstelling op de zegelafbeelding gegeven worden.

7.3.11.5. authenticering.zegel.voorzijde.afmeting
Dit veld geeft de afmetingen van het zegelstempel (eerst de hoogte, dan de breedte) in millimeters.

7.3.11.6. Afbeelding (authenticering.zegel.voorzijde.afbeelding)

7.3.11.6.1. Volgorde (authenticering.zegel.voorzijde.afbeelding.or)
In geval dat er meer afbeeldingen van één zegelvoorzijde zijn, kan hier de volgorde waarin deze gepresenteerd worden, gegeven worden, genummerd vanaf 1.

7.3.11.6.2. Negatief (authenticering.zegel.voorzijde.afbeelding.negatief)
Dit veld bevat het nummer van het negatief waarnaar de betreffende afbeelding gedigitaliseerd is. Is een afbeelding naar het origineel gedigitaliseerd, dan is dit veld leeg.

7.3.11.6.3. Filenaam (authenticering.zegel.voorzijde.afbeelding.filenaam)
Dit veld geeft de naam van het jpeg-bestand dat de betreffende afbeelding bevat. De file wordt aangeduid met een naam die is afgeleid van het negatiefnummer (de letter 'Z' gevolgd door het negatiefnummer zonder de koppeltekens). De gebruiker ziet overigens de inhoud van dit veld in principe nooit.

7.3.11.6.4. Commentaar (authenticering.zegel.voorzijde.afbeelding.commentaar)
In dit veld kunnen opmerkingen met betrekking tot de betreffende zegelafbeelding gezet worden.

7.3.12. Contrazegel (authenticering.zegel.contrazegel)

7.3.12.1. Type (authenticering.zegel.contrazegel.type)
Zie zegeltype van de voorzijde.

7.3.12.2. Randschrift (authenticering.zegel.contrazegel.randschrift)
Zie randschrift van de voorzijde.

7.3.12.3. Vorm (authenticering.zegel.contrazegel.vorm)
Dit veld geeft de vorm van het zegelstempel en kan de volgende waarden hebben: 'rond', 'spitsovaal', 'vierkant', 'achtkantig', 'zeskantig' of 'driehoekig'.

7.3.12.4. Voorstelling (authenticering.zegel.contrazegel.voorstelling)
Zie voorstelling van de voorzijde.

7.3.12.5. Afmeting (authenticering.zegel.contrazegel.afmeting)
Dit veld geeft de afmetingen van het zegelstempel (eerst de hoogte, dan de breedte) in millimeters.

7.3.12.6. Afbeelding (authenticering.zegel.contrazegel.afbeelding)

7.3.12.6.1. Volgorde (authenticering.zegel.contrazegel.afbeelding.or)
In geval dat er meer afbeelding van één zegelvoorzijde zijn, kan hier de volgorde waarin deze gepresenteerd worden, gegeven worden, genummerd vanaf 1.

7.3.12.6.2. Negatief (authenticering.zegel.contrazegel.afbeelding.negatief)
Dit veld bevat het nummer van het negatief waarnaar de betreffende afbeelding gedigitaliseerd is. Is een afbeelding naar het origineel gedigitaliseerd, dan is dit veld leeg.

7.3.12.6.3. Filenaam (authenticering.zegel.contrazegel.afbeelding.filenaam)
Dit veld geeft de naam van het jpeg-bestand dat de betreffende afbeelding bevat. De file wordt aangeduid met een naam die is afgeleid van het negatiefnummer (de letter 'Z' gevolgd door het negatiefnummer zonder de koppeltekens). De gebruiker ziet overigens de inhoud van dit veld in principe nooit.

7.3.12.6.4. Commentaar (authenticering.zegel.contrazegel.afbeelding.commentaar)
In geval dat er meer afbeeldingen van één contrazegel zijn, kan hier de volgorde waarin deze gepresenteerd worden, gegeven worden, genummerd vanaf 1.

8. Materiaal

Zie zegeltype van de voorzijde. Zie randschrift van de voorzijde. Dit veld geeft de vorm van het zegelstempel en kan de volgende waarden hebben: 'rond', 'spitsovaal', 'vierkant', 'achtkantig', 'zeskantig' of 'driehoekig'. Zie voorstelling van de voorzijde. Dit veld geeft de afmetingen van het zegelstempel (eerst de hoogte, dan de breedte) in millimeters. In geval dat er meer afbeelding van één zegelvoorzijde zijn, kan hier de volgorde waarin deze gepresenteerd worden, gegeven worden, genummerd vanaf 1. Dit veld bevat het nummer van het negatief waarnaar de betreffende afbeelding gedigitaliseerd is. Is een afbeelding naar het origineel gedigitaliseerd, dan is dit veld leeg. Dit veld geeft de naam van het jpeg-bestand dat de betreffende afbeelding bevat. De file wordt aangeduid met een naam die is afgeleid van het negatiefnummer (de letter 'Z' gevolgd door het negatiefnummer zonder de koppeltekens). De gebruiker ziet overigens de inhoud van dit veld in principe nooit. In geval dat er meer afbeeldingen van één contrazegel zijn, kan hier de volgorde waarin deze gepresenteerd worden, gegeven worden, genummerd vanaf 1.
8.1. Materiaal (object.materiaal)
Mogelijke waarden voor dit veld zijn 'perkament' en 'papier'.
8.2. Afmeting (object.afmeting)
In dit veld kunnen de afmetingen van een oorkonde gegeven worden in millimeters, eerst de breedte, dan de hoogte, gescheiden door de letter 'x'. Is de oorkonde niet rechthoekig dan kunnen de hoogte rechts en de breedte onder met koppeltekens worden toegevoegd ('253-234 x 90-94 mm').
8.3. Plica (object.plica)
In dit veld kan de hoogte van de plica worden weergegeven in millimeters. Is deze hoogte links en rechts niet hetzelfde, dan wordt de rechterwaarde met een koppelteken gescheiden daaraan toegevoegd ('45-42 mm').
8.4. Dikte (object.dikte)
In dit veld kan de gemiddelde dikte van het perkament worden gegeven in millimeters (bijv. '0,15 mm').
8.5. Watermerk (object.watermerk)
Naar een watermerk wordt verwezen op de gebruikelijke wijze (bijv. 'Gelijkend op Churchill 7467').
8.6. Toestand (object.toestand)
Voor dit veld is geen vaste syntax voorgeschreven.
8.7. Commentaar (object.commentaar)
Voor dit veld is geen vaste syntax voorgeschreven.

9. Literatuur

9.1. Edities (literatuur.edities)
Verwijzingen naar verschillende edities worden elk op verschillende regels geplaatst.
  1. Editie naar dit exemplaar: ogd0008.
    De editie in ogd0008 is aantoonbaar vervaardigd naar dit exemplaar van de tekst.
  2. Editie naar een ander exemplaar: ogd0008.
    De editie in ogd0008 is vervaardigd naar een ander exemplaar dan het onderhavige.
  3. Editie: ogd0008.
    De editie in ogd0008 is vervaardigd naar het onderhavige of een ander exemplaar.
  4. Editie: Kroniek van het klooster Bloemhof te Wittewierum, H.P.H. Jansen en A. Janse ed. (Hilversum 1991) 167-172.
9.2. Publicaties (literatuur.publicaties)
Verwijzingen naar verschillende publicaties worden elk op verschillende regels geplaatst.

10. Index

10.1. Persoon

10.1.1. Titel (index.persoon.titel)
Dit veld bevat alle voorvoegsels die aan de voornaam voorafgaan, zoals 'mr.', 'jonge', 'heer'. De titel 'meester', in welke spelling dan ook, wordt genormaliseerd tot 'mr.'. Alle geestelijken krijgen de titel 'heer'.

10.1.2. Voornaam (index.persoon.voornaam)
Genormaliseerde voornaam.

10.1.3. Tussenvoegsel (index.persoon.tussenvoegsel)
Genormaliseerd tussenvoegsel..

10.1.4. Achternaam (index.persoon.achternaam)
Genormaliseerde achternaam.

10.1.5. Achtervoegsel (index.persoon.achtervoegsel)
Genormaliseerd achtervoegsel, d.w.z. alle naamdelen die na de achternaam komen.

10.1.6. Jaar (index.persoon.jaar)
Het jaar dat betrekking heeft op de vermelding van een persoon bestaat uit vier cijfers, die tezamen een bepaald jaar vormen.

10.1.7. Letterlijk (index.persoon.letterlijk)
Letterlijke aanhaling van de naam zoals die in de akte voorkomt. Komen verschillende spellingen voor, dan wordt één representatieve gekozen.

10.1.8. N.B. (index.persoon.nb)
Bijzonderheden over de persoon die kunnen helpen bij de identificatie. Hieronder kunnen begrepen zijn: familierelaties, functie, woonplaats of aanduiding van gegoedheid.
10.2. Toponiem

10.2.1. Toponiem (index.toponiem)
Gestandaardiseerd toponiem.

10.2.2. Aard (index.toponiem.type)
Aard van het toponiem ('dorp', 'stad', 'rivier', 'perceel', 'gebied' enz.)

10.2.3. index.toponiem.regio
De regio waarbinnen het toponiem zich bevindt.
10.3. Trefwoorden

10.3.1. Trefwoord (index.trefwoord)
Dit veld bevat een trefwoord uit de uitputtende lijst.

10.3.2. Attribuut (index.trefwoord.attribuut)
Dit veld bevat een attribuut uit de bij het betreffende trefwoorden lijst met mogelijke attributen. Nieuwe attributen kunnen zo nodig worden toegevoegd.

10.3.3. Hoofdstuk (index.trefwoord.hoofdstuk)
Met 'hoofdstuk' wordt de hoofdcategorie bedoeld, waarbinnen het trefwoord via de systematische zoekingang te vinden is.

10.3.4. Categorie (index.trefwoord.categorie)
Categorie waarin het betreffende trefwoord is opgenomen.

11. N.B.

11.1. Commentaar (commentaar)
Hier kunnen opmerkingen gegeven worden die niet onder een ander veld gebracht konden worden.